Leven als een arbeidsmigrant
In de gemeente Venray werken naar schatting een kleine 6000 arbeidsmigranten oftewel internationale werknemers. Een gesprek met een aantal van hen over leven als arbeidsmigrant in de regio Venray.
Een kamer met gezamenlijk gebruik van badkamer en keuken: € 450,- per maand. Per persoon.
De Poolse Sylwia Staruch werkt al 12 jaar in Nederland, altijd in Venray en omgeving. In de bloemen, in de logistiek. Sinds 5 jaar werkt ze in de aardbeien- en komkommerkassen van Vieverde in Castenray. Ze woont samen met zes andere internationale werknemers in een woning van de werkgever. “Alles is goed hier”, is haar eerste zin na het voorstelrondje. Alleen moet er meer personeel bij, vindt ze. Want nu moet ze teveel uren maken. Haar baas weet het, maar ondanks het grote aantal werknemers uit het buitenland, is het voor Vieverde niet gemakkelijk om voldoende personeel te vinden. Sylwia heeft een vast contract bij Vieverde en werkt in de zomer normaal 40 uur per week. In de winter zijn dat er minder, ongeveer 25.
Claudia Stefan (25) komt uit Roemenië en werkt tijdelijk bij de kwekerij van Ed Classens, nu het aardbeienseizoen bij haar vaste werkplek in Lomm is afgelopen. Claudia werkt via een uitzendbureau dat ook voor haar huisvesting zorgt. De jonge Roemeense spreekt naast haar moedertaal Pools en Engels en fungeert als tolk voor Sylwia. Claudia heeft het minder getroffen met wonen. Ze huurt van het uitzendbureau samen met haar man en haar moeder een kamer in een huis in Venlo waar nog meer arbeidsmigranten wonen. Voor de kamer en het gezamenlijk gebruik van badkamer en keuken betalen ze € 450,- per maand. Per persoon. Een groot verschil met de € 260,- die Sylwia aan haar werkgever betaalt. Maar wat haar het meest tegenstaat zijn de vele wisselingen van medebewoners.
Slechte huisvesting en elke dag 60 kilometer naar de werkplek
Sylwia herkent het verhaal van haar collega en inmiddels vriendin. Zelf woonde ze enige tijd op een locatie in de buurt waar het minder goed was, vertelt ze. Het bekende beeld: veel drank en veel gedoe. Maar bij Vieverde is het rustig. Zo houdt ze het nog wel een aantal jaren vol, vertelt ze. Ook al is ook haar situatie niet ideaal: haar man woont en werkt 120 kilometer verder in Duitsland. Haar twee dochters van 23 en 25 wonen in Polen. Haar man ziet Sylwia nog wel een of twee keer per week, maar haar dochters alleen tijdens de vier weken vakantie per jaar en verder via videobellen. Als de kinderen het huis uit zijn, willen Sylwia en haar man terug naar hun huis in Polen. “Het is hier goed”, herhaalt ze nog maar eens. Maar als ze in Polen evenveel verdiende als hier, was ze niet naar Venray gekomen.
Claudia is veel jonger, maar meer gefrustreerd dan Sylwia. Zeven jaar werkt ze nu in ons land en nog nooit heeft ze iets gehad wat ze haar huis kan noemen. Dat zit haar hoog. Ze werkte onder meer in het Westland in de bloemen en de bollen. Prima werk, niet te zwaar. Maar de huisvesting was niet goed en lag bovendien in Roosendaal, dik 60 kilometer enkel. Vooral vrijdags een crime: om vijf uur afgewerkt en om half acht pas thuis. En nu weer het uitzendbureau met zijn woekerprijs. Ze zou graag een huis huren, maar er is niks te vinden. Nog een jaar, denkt ze. Als ze dan nog geen zelfstandige woonruimte heeft kunnen huren, gaan ze terug naar Roemenië.
Op de foto's onder deze tekst: Claudia Stefan (links) en Sylwia Staruch aan het werk bij VieVerde
Werk, een kamer en een plek in het voetbalteam
Hoe anders is het verhaal van de 35-jarige Poolse Alicja. Ze woont met haar partner en haar twee kinderen uit een eerdere relatie in een huurwoning van Wonen Limburg in Horst. Haar contract bij haar laatste werkgever is afgelopen en ze is nu op zoek naar een nieuwe baan. Magazijn, schoonmaken, het maakt haar weinig uit. Tot ze iets nieuws heeft gevonden, krijgt ze een uitkering van het UWV. Alicja begon een jaar of 13 geleden als seizoenwerker.
Asperges steken, wonen in een klein kamertje bij de boer en na het seizoen terug naar Polen. “Voor mij was dat toen goed”, vertelt Alicja, blond, tenger, met bril. Alleen van de drinkende en ruzie makende medebewoners had ze last. Gelukkig kreeg ze 10 jaar geleden een woning van Wonen Limburg toegewezen. Alicja denkt in Nederland te blijven, zeker nu haar puberkinderen hier naar het voortgezet onderwijs gaan. Polen wordt voor Alicja en haar kinderen alleen nog een vakantieland.
Pawel Cyptor (25) kwam op z’n zestiende aan in Nederland. Samen met z’n moeder en drie broers. Vader Cyptor was in 2011 als een soort kwartiermaker voorgegaan. “Hij had al een huis en de hypotheek geregeld. Pawel was nog leerplichtig en kon meteen op taalles om vervolgens een opleiding in Nederland te kunnen volgen. Romantisch extraatje: hij hield aan de taalles ook zijn vriendin Paulina (22) over. Inmiddels haalt Pawel als recruiter bij uitzender Upforce zelf arbeidskrachten uit Polen naar ons land. Met een bijzonder aanbod: “Ik heb werk voor ze, een kamer en een plek in een voetbalteam van TSC04 alias FC Polonia, de club die Pawel zelf heeft opgericht en die al 50 leden telt. Ook de toekomst van Pawel, Paulina en de familie Cyptor ligt in Nederland.
Over dit artikel
Dit is een artikel uit weekblad Peel en Maas. In acht artikelen wordt het onderwerp arbeidsmigratie en internationale werknemers vanuit verschillende kanten bekeken. Wie zijn ze, waar komen ze vandaan, waar werken en wonen ze? Aanleiding voor de serie is het beleid internationale werknemers van de gemeente Venray. De artikelen zijn geschreven door freelance journalist Bert Albers, op verzoek van de gemeente. De gemeente heeft geen zeggenschap gehad over de inhoud. De artikelen vallen buiten de verantwoordelijkheid van de redactie van het weekblad.